Film / Films

Emotionele pornografie

recensie: World Trade Center

Ongeveer tien jaar geleden verscheen er een boek over de films van Oliver Stone. De schrijver, Frank Beaver, karakteriseerde de films van Stone als een vorm van Wake Up Cinema: films die controversieel van aard zijn en geen enkel middel onbenut laten om een duidelijke en soms moralistische boodschap over te brengen op de kijker. Platoon, Born on the Fourth of July, Natural Born Killers, allemaal films die misschien niet genuanceerd zijn, maar de kijker wel wakker houden. De boodschap in Stones nieuwe vehikel, World Trade Center, is opnieuw van-dik-hout-zaagt-men-plankenmateriaal, en dus niets nieuws onder de zon. Los van alle controversie die de vroege release van de film met zich meebracht (minder dan vijf jaar na de gebeurtenissen waarop de film gebaseerd is) is dit geen cinema die je wakker houdt.

~

Iedereen die World Trade Center ziet, zal zich afvragen waar alle zogenaamde controversie op gebaseerd is. Na United 93 is dit slechts de tweede release in de VS over de gebeurtenissen van 11 september 2001 – aangezien de zeer kritische verzameling korte films 11’09”01, die vier jaar geleden verschenen is, nooit in de VS werd uitgebracht. Mensen uit beide politieke kampen spraken er schande van dat een film werd uitgebracht met de ramp nog vers in het geheugen, en de filmstudio’s in het algemeen en Stone in het bijzonder werden beschuldigd van pure economische exploitatie. Nu de film een aantal weken draait, blijkt de controverse niet meer dan een storm in een glas water. De voor Stone opmerkelijk kalme, haast onderdrukte en tamme vertelwijze zal ongetwijfeld hieraan bijgedragen hebben, net als de knusse en oerdegelijke thematiek.

Klem onder het puin

Als publiek zit je samen met twee politieagenten driekwart van de film klem onder het puin. De twee agenten, John McLoughlin (Nicolas Cage, met afschuwelijke snor) en William J. Jimeno (Michael Pena), maken deel uit van een groep agenten die opgeroepen wordt zodra één van de twee vliegtuigen de eerste toren van het World Trade Center ingevlogen is. Nauwelijks op de hoogte van de gebeurtenissen gaat de groep een bijgebouw in dat enkele minuten later op hen neerdaalt als gevolg van het instorten van de eerste toren. In eerste instantie leven drie agenten nog, maar nummer drie redt het niet als verschuivend puin de arme drommel plet. Twee agenten blijven over, kunnen zich nauwelijks bewegen en proberen elkaar wakker te houden met anekdotes over het getrouwde leven, het opvoeden van kinderen, verantwoordelijkheidsbesef en het feit dat je met hard werken ver kunt komen in de Verenigde Staten.

~

De puinscènes worden onder andere afgewisseld met scènes van de reddende engel van het tweetal. Een ex-marinier, nu in dienst van de kerk, kan de kommer en kwel op televisie niet aanzien en trekt zijn uniform uit de slaapkamerkast, om dan de auto te pakken naar het rampgebied. Iedereen kan een goede marinier gebruiken, en het duurt dan ook niet lang voordat deze het tweetal, met hulp van boven, heeft weten te vinden. Na een hachelijke en oprecht spannende reddingsonderneming kunnen John en William terug naar hun vrouw en kinderen, en genieten van hun vervroegd pensioen.

Tenenkrommend emotioneel vacuüm

De eerste twintig minuten van World Trade Center zijn enerverend. Als kijker weet je wat de groep agenten te wachten staat. Wanneer het catastrofale moment aanbreekt, maakt Stone een mooie en symbolische keuze. In plaats van alle registers open te trekken, toont hij een schaduw van een vliegtuig die over nabijgelegen gebouwen scheert, een zwarte Engel des Doods. Jammergenoeg legt hij hierna meer dan een uur lang de nadruk op het tweetal, en vooral op de tenenkrommende gesprekken van John en William. Valt het op zich al niet mee om na twintig uur wakker te blijven, nee, petje af voor iemand die wakker weet te blijven luisterend naar de verhalen een 45-jarige politieagent/vader/echtgenoot.

~

Zo bekeken is het tweetal exemplarisch voor de film als geheel: wat ontroerend had kunnen zijn, gaat verloren in haast emotionele zwakzinnigheid. Ook het verdriet en de wanhoop van de twee gezinnen, met echtgenotes Donna McLoughlin (Maria Bello) en Allison Jimeno (Maggie Gyllenhaal) zijn tam, oninteressant en haast onwerkelijk. Dit zijn geen mensen van vlees en bloed, dit zijn idealen, dit zijn volledig lege personages op wie filmkijkers hun behoefte aan helden en degelijke familiemannen kan projecteren, om zo misschien op banale wijze een soort van troost te vinden. Gebeurt dit met Stones overdonderende en explosieve stijl uit eerder genoemde Natural Born Killers en Platoon, dan zou het gepresenteerde vacuüm nog te pruimen zijn geweest. Nu heeft Stone iets gedaan wat nog erger is dan het exploiteren van 11 september: hij heeft de gebeurtenissen gedegradeerd tot niets meer dan emotionele pornografie.