Film / Films

Een waas van gewetenloosheid

recensie: Lacombe Lucien

In het kader van het Louis Malle-retrospectief in het Filmmuseum is nu Lacombe Lucien te zien. Als een subtiele schets over morele ambiguïteit en de paradoxen die tot collaboratie leiden is de film nog steeds actueel.

Het idee achter Lacombe Lucien bestond al lang. Malle was tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog met een filmploeg ter plekke en schrok daar van het gedrag van de Franse soldaten. Hij wist dat de soldaten in Frankrijk simpele boeren en huisvaders waren. Voor Malle kwam zo het thema van de banaliteit van het kwaad naar voren als idee voor een film. Het duurde echter tot 1970 voordat de regisseur de Tweede Wereldoorlog als achtergrond voor dit thema gebruikte.

~

Door Marcel Ophüls’ documentaire Le chagrin et la pitié (1969) werd de Tweede Wereldoorlog weer actueel en interessant als historische context. De voor de televisie bedoelde reportage werd niet getoond door de Franse publieke omroep en zo kwam de film onbedoeld uit in de bioscoop. Ophüls’ documentaire over de mate waarin Franse burgers collaboreerden met de nazi’s was voor zijn tijd pijnlijk en confronterend.

Morele schemeroorlog

In Lacombe Lucien zijn wij er getuige van hoe de eenvoudige boerenjongen Lucien Lacombe, nadat hij geweigerd is bij het verzet, terecht komt bij de Franse Gestapo. Deze overgang tussen het goede en het slechte kamp wordt in de film verwerkt als een banale toevalligheid. Pierre Blaise (die zonder een acteerachtergrond te hebben perfect is gecast als Lucien) speelt een jongen die achter zijn simpele voorkomen niet helemaal normaal is. Luciens zwijgen en zijn strakke blik geven hem iets geheimzinnigs, terwijl hij onverschillig is ten opzichte van de wereld om hem heen. Lucien leeft op als hij jaagt op konijnen en een dierlijk instinct zich kort meester van hem maakt.

~

Het personage is, als men de Franse literatuur en filosofie in dezelfde context zou vergelijken, makkelijk te plaatsen naast existentialistische antihelden zoals Albert Camus’ Arthur Mersault uit L’étranger. De personages functioneren met een wazig geweten in een wereld die werkt vanuit een zinloze en onduidelijke logica. Tegenover Luciens leegte laat Malle de oorlog zien als een interne strijd. De echte bezetters, de Duitsers, zijn maar in een paar gevallen op te merken. We zien voornamelijk Franse fascisten die het machtsvacuüm hebben gevuld met een hiërarchische structuur waar de vooroorlogse verschillen en scheidingen de basis voor vormen.

Lucien staat hier buiten. Gedeeltelijk is hij zich niet bewust van politieke achtergronden, maar ze interesseren hem verder ook niet. Dit maakt zijn keuze om te collaboreren complexer. Malle is meesterlijk in de manier waarop hij laat zien hoe subtiel bepaalde politieke en ethische keuzes kunnen veranderen onder de druk van bepaalde omstandigheden. De eigenaardigheden van toeval of de grillen van een onduidelijk karakter kunnen leiden tot morele daden met verstrekkende gevolgen. De morele ambiguïteit wordt duidelijk in Luciens relatie met een ondergedoken Joods gezin. Lucien valt op France, de dochter van het gezin, die zichzelf niet ziet als Joods en enige schaamte vertoont ten opzichte van haar identiteit.

Idyllische vagevuur

~

Malle eindigt de film met een aparte wisseling van toon als Lucien plotseling besluit om met France en haar moeder te vluchten. Ze schuilen uiteindelijk in een verlaten boerderijtje ergens in de bergen. Vanaf dat moment jaagt Lucien om voor eten te zorgen en genieten France en haar moeder van de natuur. Malle lijkt met de focus op het cyclische karakter van de natuur de personages nog een ruimte te geven die losstaat van de ijzeren wetten van de geschiedenis.

Door het gebruik van een epiloog als afsluiting van de film wordt Lucien weer een deel van diezelfde geschiedenis. Zijn onverschilligheid lijkt daarmee een prijs te hebben gehad, maar voor de toeschouwer blijft Luciens gedrag raadselachtig en complexer dan de feiten doen vermoeden.

Lacombe Lucien is van 19 t/m 24 mei te zien in het Filmmuseum in Amsterdam; op 4 juni met een lezing vooraf.