Boeken / Achtergrond
special: 4. Verlichting of ancien régime?

Gebroeders Meester on tour

De Gebroeders Meester, auteurs van de inleiding Meesters in de filosofie, toeren tijdens de Maand van de Filosofie door het land. Speciaal voor 8WEEKLY beschrijven ze hun ervaringen. Hoewel ze elkaar tijdens de Dag van de Filosofie in Tilburg kort vonden in het polytheïsme (zie hun column van vorige week) zijn ze het inmiddels weer roerend met elkaar oneens. Zoals dit keer over de neoconservatief Andreas Kinneging, winnaar van de Socrates Wisselbeker.

Maarten: Mag ik nog snel een schandaal aan de kaak stellen, in onze laatste bijdrage voor 8WEEKLY? Tijdens de Nacht van de Filosofie kreeg de Leidse hoogleraar rechtsfilosofie Andreas Kinneging de Socrates Wisselbeker uitgereikt voor zijn boek Geografie van goed en kwaad. Hij kreeg de prijs voor “het meest prikkelende Nederlandstalige filosofische boek van het afgelopen jaar”. Een “zeer erudiet en prima leesbaar relaas”, volgens de jury. “Men hoeft Kinnegings conservatisme niet te omhelzen om dit boek met veel plezier te kunnen lezen.” Alleen die formulering al!

Frank: Hoezo? Heb je moeite met het woord ‘plezier’?

Socrates
Socrates

Maarten: Dat ook. Maar dat ‘men’ is nog veel erger. Elke student journalistiek leert dat je dat woord niet mag gebruiken omdat het vaag is. Je moet niet schrijven: “men was ontevreden”. Je moet schrijven: “Piet de Bruin beklaagde zich bij de ombudsman omdat de afdeling Burgerzaken van de gemeente Groningen de wettelijk vastgestelde termijn overschreed voor het toekennen van een bouwvergunning.”

Frank: Het gaat hier over filosofie, niet over journalistiek. Je zeurt.

Maarten: Zeker niet, want het is geen toeval dat deze men-jury Kinnegings boek liet winnen. Kinneging schreef namelijk een men-boek. Ik pak een willekeurig zin: “Men ziet wel dat de eerethiek zeer competitief is.” Wie ziet dat? Een andere: “Men heeft iedere dag een vergadering, vaak meerdere, over de meest uiteenlopende onderwerpen.” Wie heeft iedere dag een vergadering?

Frank: Je draaft weer door.

Maarten: Nee, helemaal niet. Kinneging begint zijn eerste hoofdstuk met de zin: “Oppervlakkigheid stempelt de publieke discussie over allerlei belangrijke onderwerpen.” Dan mag je toch verwachten dat hij zelf wel nauwkeurig formuleert?

Frank: Je doet alleen maar zo moeilijk omdat Kinneging kritiek levert op jouw geliefde Verlichting. Hij schrijft: “Niet alleen kunnen we het Grieks-Romeinse en joods-christelijke erfgoed niet missen, maar bovendien is dat wat er in naam van de Verlichting – en van de Romantiek in het verlengde daarvan – voor in de plaats is gekomen een ernstige bedreiging voor de beschaving.”
Hij heeft volkomen gelijk. Hij constateert de bekende problemen in onze multiculturele samenleving: een gebrek aan saamhorigheid, we weten niet meer wat goed en kwaad is, we weten niet meer wat het goede leven is. Hij komt alleen met een radicaal andere oplossing. Veel mensen – ik denk aan Luuk van Middelaar (“bombardeer Afghanistan de moderniteit in”) en Hirsi Ali – zeggen dat deze problemen ontstaan doordat er culturen bestaan die nog niet verlicht zijn. Kinneging zegt juist, en dat ben ik helemaal met hem eens: de Verlichting zelf is de pest, we moeten terug naar de waarden van ervoor.

Maarten: Dat is toch een gevaarlijk plan? De waarden van voor de Verlichting zijn achterlijk.

Frank: Kinneging laat aan de hand van voorbeelden zien dat die tijd helemaal niet zo achterlijk was. Zo heeft hij het over het huwelijk in het ancien régime. Van mannen werd geaccepteerd dat ze af en toe wat scharrelden, terwijl het een schande was als vrouwen dat deden.

Maarten: Dat is toch juist een voorbeeld van de onrechtvaardigheid van de waarden van toen?

~

Frank: Zet die eenentwintigste bril van je eens af! In die tijd konden vrouwen niet voor zichzelf zorgen en waren er geen goede voorbehoedsmiddelen. Als ze vreemd zouden gaan, zaten ze binnen de kortste keren met kinderen van anderen. Hun man zou hen verlaten en ze zouden niet voor zichzelf en hun bastaardkind kunnen zorgen, met alle ellende van dien. Je ziet, die zogenaamd onredelijke waarden blijken heel redelijk te zijn in die tijd. De maatschappij beschermde de vrouw tegen haar eigen driften. De man kon zich natuurlijk wel avontuurtjes veroorloven want die bleven zonder gevolgen. Heel rechtvaardig.

Maarten: Je vraagt je alleen wel af met wie die getrouwde man die avontuurtjes moest hebben… Dat is toch recht praten wat krom is. Het getuigt ook van weinig historisch besef. Het is nu het Mozart-jaar, dus misschien heb je weleens van Le Nozze di Figaro gehoord. Het droit du seigneur speelt daarin een grote rol; de landheer had onder het ancien régime het recht de bruid te ontmaagden als een van zijn boeren trouwde. Door te strijden voor gelijkheid hebben de philosophes een einde gemaakt aan dit soort machtsmisbruik. En nu wil Kinneging weer terug naar de tijd van voor de Verlichting…

Frank: Dat moet je anders zien. Boeren waren in die tijd onbeholpen stakkers, zonder enige verfijning. Tegelijkertijd was de huwelijksnacht iets waar die aanstaande boerinnetjes al hun hele leven van droomden. Ze keken er naar uit en hadden er een uiterst romantische voorstelling van. Als je dan zo’n lompe boer over je heen krijgt, is dat een afknapper van jewelste. Terwijl zo’n heer, ja die deed dat dagelijks, die kende de kneepjes van het vak. Hij wist precies hoe je vrouwen moet behagen. Hij gaf zo’n vrouw een ware éducation sentimentale. Zij leerde de grondbeginselen weer aan haar boer en zo had iedereen profijt van het droit du seigneur.

Maarten: Dit gaat te ver. Je bent vrouwonvriendelijk, je hebt vooroordelen ten opzichte van boeren. Je ziet waar het lezen van Kinnegings boek toe leidt. Die man had niet de Socrates Wisselbeker, maar de Socrates Gifbeker moeten krijgen.

Lees ook deel 1: Mediagenieke filosofiesterren?, deel 2: Jan Klaassen en Katrijn en deel 3: Dag van de Filosofie: Dag één van de Open Dienst