Boeken / Non-fictie

‘Wie een pen heeft, heeft oorlog’

recensie: Voltaire tweemaal biografisch

Momenteel mag de biografie zich verheugen in een ongekende populariteit, reden te meer om eens uitgebreid stil te staan bij dit hybride genre. Dit keer: de biografie Voltaire Almighty van Roger Pearson en een boek over Voltaire en zijn relatie met de Republiek, vertaald en samengesteld door Jan Pieter van der Sterre.

Roger Pearson schreef onder meer boeken over Stendhal en Mallarmé, maar stortte zich voor zijn jongste biografie op een heel wat controversiëler onderwerp: het leven van Voltaire (1694-1778), zo ongeveer de uitvinder van de tegenwoordig veelgesmade vrijheid van meningsuiting. Niet dat het een jubileumjaar is, maar tegelijkertijd verscheen een boek over de ervaringen van Voltaire met onze eigen Republiek.

Voltaire
Voltaire

Want laten we het vooral niet vergeten: Nederland was in zijn hoogtijdagen eeuwenlang een Republiek, tot een bende rond Oranje in 1813 een staatsgreep pleegde. Het is alleen aan de grote Thorbecke te danken dat we niet meer in een totalitaire monarchie leven.
Die Republiek was in de zeventiende en achttiende eeuw een fenomeen op wereldschaal, en dat niet louter vanwege de handel of militaire successen. De Nederlanden stonden wijd en zijd bekend om hun tolerantie en vrijheidszin. Dat moeten we echter ook weer wat nuanceren, want lang niet alles kon hier, maar vergeleken met bijvoorbeeld Frankrijk was het al heel wat.

Vandaar ook dat een betweterige heethoofd als Voltaire flink wat banden had met ons land, hoewel hij daar niet totaal op gefixeerd was. Getuige zijn befaamde uitspraak over onze canaux, canards en canaille zat de liefde ook weer niet zo heel erg diep. Voltaire was een echte kosmopoliet, die Europa afreisde alsof Easyjet al bestond. Nu eens verkeerde hij in Engeland, op zoek naar de geestelijke erfenis van Newton, dan weer zat hij aan het hof van de homoseksuele Pruisische koning Frederik en uiteindelijk belandde hij zelfs in zijn eigen semi-koninkrijkje vlakbij het Zwitserse Genève. De Republiek bood hem naast liefdesavonturen de gelegenheid tot het publiceren van werken die in Frankrijk niet goed zouden vallen, maar helemaal van een leien dakje ging dat laatste hier toch ook weer niet. Veel boeken werden simpelweg verboden, en bovendien had hij last van hinderlijke piraterij.

Hirsi Ali

Voltaire zocht als schrijver van toneelstukken, poëzie, wetenschappelijke overpeinzingen en filosofische traktaten regelmatig het randje op, wat in het zeer intolerante Frankrijk van de achttiende eeuw niet echt moeilijk was, en gevaarlijk bovendien. De katholieke kerk beheerste alles, ook de rechtspraak, die een soort christelijke sharia hanteerde, inclusief het afhakken van handen, uitrukken van tongen en ander fraais. Veel had ze daarvoor niet nodig, een loze beschuldiging was vaak al genoeg voor een potje martelen tot een onprettige dood erop volgde.

Vandaar dat Voltaire, nadat hij weer eens een pleidooi had gehouden voor tolerantie jegens andersdenkenden, als een Ayaan Hirsi Ali avant la lettre de wijk nam naar veiliger oorden; aanvankelijk samen met zijn geliefde Émilie naar het huis van haar echtgenoot – waar niemand echt moeilijk over deed – en later weer met zijn nichtje Marie-Louise Denis naar een eigen onderkomen ver van het hof in Versailles. Financieel leverde dat geen problemen op, want Voltaire had zich in de koloniale handel flink verrijkt en hoefde niet op een sou te kijken.

Julien Offray de la Mettrie
Julien Offray de la Mettrie

Het eendimensionale beeld van Voltaire als een belangeloos en principieel strijder voor de vrijheid van meningsuiting krijgt bij Pearson de nodige welverdiende nuances, waarvan de opmerkelijkste is dat hij zijn hele leven lang op een kinderlijke manier gelovig is gebleven en zich daarom verzette tegen de inzichten van radicalere denkers als d’Holbach en La Mettrie. Het bleef wel in het nette, want voor Voltaire was tolerantie het allerbelangrijkste. Als we niet mogen zeggen of schrijven wat we denken, kunnen we wat hem betreft net zo goed ophouden.

Vijfenvijftig

Pearson – die zijn boek met recht en reden een palimpsest noemt – profiteerde nadrukkelijk van het werk dat een aantal voorgangers verrichtte, zonder dat hij de pretentie koestert dat hij echt iets nieuws kon toevoegen. Zijn biografie onderscheidt zich voornamelijk door de enorme leesbaarheid. Dat ‘Voltaire’ ooit af zal komen blijft intussen een illusie. Zelfs aan het verzameld werk wordt nog steeds hard gewerkt, nadat in de achttiende eeuw al eens vijfenvijftig delen waren verschenen bij een eerste, mislukte poging.

Wat wel beschikbaar is, ook uit andere bronnen, diende in Nederland als basis voor een lijvig boek over de relatie tussen Voltaire en de Republiek. Voltaire en de Republiek is ook een soort biografie, maar dan één die een bepaald aspect eruit licht en dankzij de gekozen vorm – origineel materiaal, aan elkaar gebreid met toelichtend commentaar – extra levendig is, al kan Pearson (‘Hey presto!’) daar ook wat van. Het zal de sprankelende invloed van het onderwerp zijn.

Veel van wat we bij Pearson al lazen komen we hier ook tegen – of andersom natuurlijk, hangt af van met welk boek je begint – dus het beeld van Voltaire wijzigt niet echt. Net zomin als het idee dat we hebben van het vaderland in heden en verleden.

Het Kwaad

Voltaire en de Republiek opent met relevante passages uit brieven en memoires. Het tweede deel is gewijd aan het werk van de geschiedschrijver Voltaire, die niet alleen een tijdlang de officiële Franse hofhistoricus was, maar ook op bestelling geschiedkundige werken leverde. De gekozen passages belichten de geboorte van de Republiek en de moeizame ontwikkelingen in de zeventiende eeuw, waarbij Voltaire veel aandacht had voor de vele wreedheden die de deelnemers elkaar aandeden, en voor de relaties van de Republiek met andere Europese landen en vorsten, al dan niet in de vorm van een oorlog.

De laatste selectie bevat overige passages uit Voltaires werk waarin ons land wordt genoemd of anderszins voorkomt (onder meer uit het befaamde filosofische woordenboek), wat neerkomt op wat vrolijk mengelwerk, vooraleer we bij wijze van coda nog wat beschouwingen voorgeschoteld krijgen die achtereenvolgens ‘het Nederlandse Voltairebeeld in de achttiende en negentiende eeuw’, ‘Voltaire als historicus’ en ‘Voltaires toneel in de Nederlanden’ belichten.

Vooral het eerste kleine essay, door Joris van Eijnatten, is bijzonder de moeite waard. In kort bestek schetst hij een beeld van twee eeuwen vaderlandse geschiedenis, met de nadruk op de geesteloosheid die de Nederlanden in zijn greep had. Voltaire was de gemeenschappelijke vijand, het hoogstpersoonlijke Kwaad dat alle nationale normen en waarden bedreigde, ‘het hoofd der hedendaagsche Vrijgeesten en Spotteren’, waar het domineesvolk hevig tegen tekeer ging.

Roger Pearson • Voltaire Almighty • Uitgever: Bloomsbury (Import Penguin) • Prijs: € 32,45 • 447 bladzijden • ISBN: 0747574952

Nederlande vertaling: Roger Pearson • Voltaire de almachtige • Uitgever:De Bezige Bij • Prijs: € 39,90 • 510 pagina’s • ISBN: 9023418891

Jan Pieter van der Sterre (samenstelling en vertaling) • Voltaire en de Republiek • Uitgever: Atlas • Prijs: € 29,90 • 549 bladzijden • ISBN 90450 08033

Zie ook in deze reeks: Barry Miles, Charles Bukowski, Karel Wasch, Jack Kerouac, Wim Hazeu, Vestdijk: een biografie, Menno Schenke, Vaan: het bewogen bestaan van C.B. Vaandrager, Rüdiger Safranski, Friedrich Schiller of de uitvinding van het Duitse idealisme, Peter Gay, Freud. Pionier van het moderne leven en Andrew Biswell, The Real Life of Anthony Burgess

.