Boeken / Fictie

Grisham meets Mulisch

recensie: Dan Brown - De Da Vinci Code

Het boek De Da Vinci Code van Dan Brown is wereldwijd een bestseller. Er is een speciaal Da Vinci Code-spel op de markt gebracht en regisseur Ron Howard (A Beautiful Mind) gaat het boek verfilmen. Voor de hoofdrol zijn er al een behoorlijk aantal acteurs in de race, zoals Russell Crowe, Tom Hanks en George Clooney. Het verhaal leent zich dan ook ideaal voor een spannende film met als onderwerp een eeuwenoud thema: de zoektocht naar de Heilige Graal.

Schrijver Brown weet dit uitgangspunt in een origineel jasje te steken. Het boek begint in Parijs waar professor Robert Langdon een afspraak heeft met de curator van het Louvre. De ontmoeting gaat echter niet door omdat de curator vermoord wordt. Langdon is de belangrijkste verdachte, omdat het slachtoffer vlak voor zijn dood Langdons’naam op de vloer heeft geschreven samen met symbolen die verwijzen naar het werk van Leonardo Da Vinci. Met de politie op de hielen gaat de professor op zoek naar het motief van de moord en naar de betrokkenheid van het katholiek-orthodoxe genootschap Opus Dei.

Sekte

Opvallend is de duistere rol van de Rooms-katholieke kerk in het boek. Opus Dei wordt omschreven als een conservatieve sekte en het christendom wordt afgeschilderd als een vrouwonvriendelijk geloof dat aan elkaar hangt van list en bedrog. Het is dan ook niet vreemd dat dit bij sommige mensen in het verkeerde keelgat is geschoten. De commotie hierom heen is waarschijnlijk één van de redenen van de immense populariteit van het boek.

Thriller

De Da Vinci Code is het best te omschrijven als ‘John Grisham meets Harry Mulisch.’ Het verhaal is toegankelijker geschreven dan het werk van Mulisch, maar de manier waarop Brown de geschiedenis op een nieuwe wijze interpreteert en feiten in een ander perspectief plaatst doet denken aan De ontdekking van de hemel. De Da Vinci Code is echter een typische thriller.

Albino-reus

Het verhaal is op sommige punten zwak. Bepaalde ontsnappingen en toevalligheden zijn wel erg ver gezocht. Ook de hoofdpersonages zijn nogal cliché: de stoere Langdon met zijn brede kaaklijn die samen met een mooie, jonge vrouw de moord wil oplossen, de ‘slechterik,’ een albino-reus met losse handjes. Stereotypen in overvloed. Dat neemt niet weg dat je het boek in één ruk uit leest. Het verhaal is origineler dan de doorsnee thriller en is vooral voor liefhebbers van complottheorieën uitermate geschikt voor een regenachtige zondagmiddag.