Film / Achtergrond
special: Deel 1

IDFA 2010

In ons eerste verslag van IDFA 2010 veel aandacht voor oorlog maar ook voor windmolens, de gekte rond Miss Wyoming en tragische dansende jongens.

Deel 1 | Deel 2

Inhoud: Windfall | Tabloid | The Dancing Boys of Afghanistan | Armadillo | Diary

Monstrueuze molens
Windfall
– Green Screen Competition
Laura Israel • VS, 2010

~

Windmolens in de achtertuin? Waarom niet, dachten veel inwoners van het kleine landelijke dorpje Meredith in de staat New York. Als we daarmee het milieu een handje helpen, de energie-afhankelijkheid verkleinen en tegelijkertijd de arme gemeentekas een beetje spekken, dan zijn we daartoe wel bereid. Maar langzamerhand beginnen de twijfels toe te nemen. Want de molens blijken maar liefst 130 meter hoog te zijn en de infrastructuur die nodig is om ze te installeren verandert het lieflijke, bosrijke heuvellandschap ingrijpend. De immense, industriële windmolens kunnen bovendien meer problemen opleveren: het geluid kan gezondheidsklachten veroorzaken, ongelukken zijn niet uit te sluiten en de lichtflikkering die de gigantische bladeren veroorzaken zijn gekmakend. Een dorp in de buurt laat zien waar een weinig kritische houding ten opzichte van de energiemaatschappijen toe kan leiden: een horizon volgeplamuurd met monstrueuze molens.

De criticasters, die het gemeentebestuur lijnrecht tegenover zich vinden, veroorzaken uiteindelijk een kleine, beschaafde revolte. Het heeft wat voeten in aarde, maar er komen uiteindelijk geen molens. De makers focussen zich op het conflict tussen voor- en tegenstanders, dat burenrelaties wellicht voorgoed heeft vergalt. Het is een inzichtelijk kijkje in dorpse politiek en tevens op de dubieuze, puur op winst gefocuste rol van de energiemaatschappijen die in het relatief arme gebied makkelijk slachtoffers vinden. Het is jammer dat de makers aan het eind de volgende (in het bijzonder ook voor Nederland) interessante vraag – in hoeverre is windenergie eigenlijk echt rendabel? – een beetje afraffelen.
Terug naar boven | Deze film op site IDFA

De ongelofelijke werkelijkheid
Tabloid
Reflecting Images: Masters
Errol Morris • VS, 2010

~

Na  zware onderwerpen als de (oorlogs)lessen van Robert McNamara (The Fog of War, 2003) en de schandalige foto’s uit de Irakese gevangenis Abu Ghraib (Standard Operating Procedure, 2008), is Tabloid een op het eerste oog luchtig onderwerp voor Errol Morris. Niettemin is het een onmiskenbaar werk van de hand van de meesterdocumentairemaker: hij heeft de belangrijkste personages voor de camera gekregen, de ‘interrotron’ (waarbij de geïnterviewden recht in de camera kijken) is wederom een opvallend stijlmiddel, en ook nu weet hij met behulp van uitgekiende archiefbeelden en een fraaie score (hoewel minder nadrukkelijk aanwezig dan bij voorgaande films) een meeslepend verhaal neer te zetten. Een verhaal dat meer dan naadloos aansluit bij de IDFA-slogan ‘de werkelijkheid verzin je niet’.

Joyce McKinney, voormalig model en Miss Wyoming, en naar eigen zeggen gezegend met een IQ van 168, wordt op een dag in 1977 stapelverliefd op ene Kirk Anderson. Eén probleem: Kirk is mormoon en zijn omgeving ziet het niet in Joyce zitten. Op een dag is hij spoorloos verdwenen, maar met behulp van een privé-detective spoort Joyce hem op in Engeland, waar Kirk zendingswerk verricht. Zij vertrekt met een kleine entourage naar Engeland en vanaf dat moment wordt het verhaal troebel en spreken de betrokkenen elkaar tegen. Heeft ze een erg romantisch weekend met Kirk beleefd, of heeft ze hem ontvoerd, vastgebonden en vervolgens verkracht? Hoe dan ook: Kirk (of de mormoonse kerk) seinen de politie in, Joyce wordt opgepakt en de tabloidpers duikt er met een enorme gretigheid op. Is zij vervolgens het slachtoffer van de leugens van een sekte, of is er meer aan de hand? Rivaliserende tabloids duiken in haar verleden en komen erachter dat Joyce een carrière als naaktmodel en SM-meesteres achter de rug heeft. Heel Engeland is nu helemaal in de ban van haar, maar niettemin weet zij samen met een goede vriend (of is hij haar slaaf?) het land uit te vluchten. Daarmee is het verhaal nog niet ten einde, met onder andere een Koreaanse arts die haar hond vijfmaal kloont – wat haar in 2008 weer in het middelpunt van de belangstelling zet.

Anders dan de titel doet vermoeden gaat de documentaire niet specifiek over de machinaties van de (Britse) tabloidpers, hoewel ze in het verhaal wel een prominente rol spelen. Een definitieve poging om te reconstrueren wat er nou precies gebeurd is, is het ook niet; daarvoor lopen de herinneringen en meningen teveel uiteen. Want zoals Joyce op een gegeven moment over iemand zegt: ‘You can tell a lie long enough until you believe it.’ Dat dat ook op haar slaat lijkt ze niet in de gaten te hebben. Meer dan een amusant en ongelofelijk (want dat is het) verhaal vertellen lijkt het niet, maar Morris doet dat met ongelofelijk veel verve – waarbij hij niet schroomt om het zo nu en dan dik aan te zetten.
Terug naar boven | Deze film op site IDFA

Jongens als seksslaaf
The Dancing Boys of Afghanistan
– Reflecting Images: Panorama
Jamie Doran • Engeland, 2010

~

Bachi bazi, een oude Afghaanse traditie die door de Taliban was verboden, heeft de laatste jaren een comeback gemaakt: vaak oudere mannen met macht en geld die een jonge jongen van tussen de elf en achttien jaar als seksslaaf houden. De jongens moeten in vrouwenkleren voor groepen geïnteresseerde mannen dansen en zingen en zijn een waar statussymbool voor hun bezitters. Het is een bizarre uitwas van een maatschappij waar toegang tot vrouwen zo goed als onmogelijk is. Officieel is het verboden, maar in de praktijk wordt er door de autoriteiten nog weinig tegen ondernomen. Sterker nog: de autoriteiten die er iets tegen moeten doen zien we vrolijk in het publiek naar de dansende jongetjes loeren. Sommige jongens overleven het ook niet: soms door jaloerse mannen, soms omdat ze voor de mannen niet meer interessant zijn als ze te oud worden, of omdat de jongens proberen te vluchten.

Het is duidelijk met welk doel de makers deze film gemaakt hebben: deze vage praktijken in het daglicht zetten en daarmee zorgen dat er iets tegen gedaan wordt. Daartoe weten ze, met behulp van een Afghaanse journalist, onder valse voorwendselen dicht tot een aantal sleutelfiguren te komen, zoals een pooier, een eigenaar, iemand die de jongens traint in het dansen en zingen en een oud-moedjahedien met connecties. Hoe de daders te werk gaan is bedrieglijk eenvoudig: als op straat een mooi, arm jongetje wordt gezien, worden de ouders benaderd met het aanbod om hun kind op te voeden. De vaak straatarme ouders gaan hiermee akkoord, maar of zij volledig op de hoogte zijn wat er vervolgens met hun kind gebeurt is maar de vraag. De schaamteloosheid en openheid waarop de daders hiermee omgaan is stuitend om te zien. Zo zien we hoe een elfjarig jochie letterlijk van straat wordt geplukt en de pogingen van de documentairemakers om deze jongen te redden uit handen van zijn ‘eigenaar’. Dat de schokkende beelden enig effect lijken te sorteren en de autoriteiten tot daden aanzet biedt enige hoop voor talloze Afghaanse jongens.
Terug naar boven | Deze film op site IDFA

Net een speelfilm
Armadillo – Reflecting Images: Best of Fests
Janus Metz • Denemarken, Zweden, 2010

~

Een van de indrukwekkendste en inzichtelijkste documentaires – wat zeg ik: films – over oorlogsvoering ooit gaat niet over Amerikaanse, Britse of Russische soldaten, maar over een groep militairen uit het rustige en o zo op Nederland lijkende Denemarken. Deense soldaten bemannen samen met Engelse collega’s ‘Armadillo’, een vooruitgeschoven post in de onrustige provincie Helmand in Afghanistan. Regisseur Janus Metz volgt de dan nog fris geschoren mannen vanaf het moment van vertrek: het afscheidsetentje met de familie, het afscheidsfeest van de kameraden (met stripper), de lange vlucht en de spanning vlak na aankomst. Die spanning slaat al snel om in de dodelijk saaie routine van patrouille- en wachtlopen, gamen, porno kijken en rondhangen. De tegenstander is altijd aanwezig in de buurt maar blijkt moeilijk te vangen omdat ze een directe confrontatie vaak uit de weg gaat. De wens van de mannen om ‘eindelijk eens echte actie mee te maken’ wordt uiteindelijk verhoord, wat enerverende beelden oplevert en een minder frisse kant van de menselijke psyche toont: oorlog kan een kick en zelfs leuk zijn.

Zoals speelfilms als The Hurt Locker indruk maken met hun bijna documentaire-achtige aanpak (‘het is net echt’), zo maakt de documentaire Armadillo indruk als spannend verhaal (‘het lijkt wel een speelfilm’). Dat komt door de spanningsboog, de rauwe maar fraaie cinematografie, de montage (een shot van een granaat die in een game wordt geworpen gaat naadloos over in een echte explosie) en de effectieve toepassing van muziek. Dat de film in Denemarken zoveel stof opwierp komt niet alleen omdat de maker niet schromen om de minder frisse kanten van de oorlog te tonen. Het is vooral de dubieuze manier waarop een aantal gedode Talibanstrijders om het leven zijn gekomen die veel vragen oproepen. Bovendien veegt de film onomstotelijk in een keer het naïeve beeld van tafel dat er vooral wordt geprobeerd de bevolking te helpen en het qua gevechtsacties allemaal wel meevalt.
Terug naar boven | Deze film op site IDFA

Poëtische gekte
Diary – Reflecting Images: Panorama
Tim Hetherington • VS, Engeland, 2010

~

Helaas niet op dit festival te zien: de documentaire Restrepo, die net als Armadillo een groepje soldaten op een buitenpost in Afghanistan dicht op de huid volgt. Een van de makers hiervan is de Britse foto-en filmjournalist Tim Hetherington, die naast Afghanistan voor zijn werk ook meerdere malen diverse brandhaarden in Afrika heeft bezocht. Met de korte film Diary schetst Hetherington een fragmentarisch en associatief beeld van het contrast en de onwerkelijkheid van een leven waarbij je je het ene moment bevindt in – pak ‘m beet – een lieflijk Engels landschap tijdens zonsondergang, terwijl je kort erna rondloopt tussen Afrikaanse kindsoldaten op slippers en gewapend met AK-47’s. Technisch gezien zijn de beelden niet van de beste kwaliteit, maar de fraaie shots maken veel goed. Het is in de keuze en volgorde van beelden en de effectieve soundtrack van ogenschijnlijk willekeurige geluidsflarden dat de film een bij vlagen poëtisch en surrealistisch karakter krijgt. Dat Hetherington als boekeindes van Diary een shot neemt van een plafondfan in een hotelkamer, kan bijna niet anders worden opgevat dan een passende knipoog naar het surrealistische meesterwerk Apocalypse Now.
Terug naar boven | Deze film op site IDFA